Nieuws
  Laatste update: 25-11-2019
   
  Hij is Ernie
van: - 25-11-2019 18:38
 
 

Ernie Watts

De ontzagwekkende geschiedenis van het saxofoonspel kent veel giganten, zoals Coleman Hawkins, Charlie Parker en John Coltrane. Insiders roemen Booker Ervin, Eddie ‘Lockjaw’ Davis of John Handy. Maar die zijn dood of in ieder geval niet meer in leven. Blijft over van de oude generatie: Ernie Watts, de meest onderschatte saxofonist van het Westelijk Halfrond en hij leeft dus nog. Nog wel, want hij is kort van na de oorlog. De tweede welteverstaan. Als je Ernie in levende lijve zou tegenkomen, was hij je niet eens opgevallen. Ernie  heeft namelijk het voorkomen van een gepensioneerde registeraccountant. En dat is zo mooi aan hem. Hij lijkt op een gemoedelijke, gezette  pantoffelheld, wars van sterallures. Wiens meest opvallende actie bestaat uit het rechtzetten van zijn bril.

Mensen op hun uiterlijk beoordelen is misleidend, behalve dan in het geval van Russen of gemeenteraadsleden van de Partij Voor de Vrijheid. Aan hen zie je meteen wat voor vlees je in de kuip hebt. Ernie is zo’n onopvallende persoonlijkheid, dat hij zichzelf niet eens zou herkennen. Hij laat iedereen vóór gaan bij de bakker en tegen sluitingstijd verontschuldigt hij zich voor zijn onopgemerkte aanwezigheid. Ernie is een vrijwel onzichtbare sterveling die nooit aan de beurt komt, totdat hij de saxofoon aan zijn lippen zet. De gebrilde blazer transformeert dan tot een muzikale halfgod.
 
Dat laatste is ook het geval met Hermine Deurloo. Zij speelt zo onaantastbaar mooi dat ik haar niet eens zou durven aanspreken, want ik ben natuurlijk enorm verliefd op haar. Zo goed is zij. Dat het Nederlands elftal niet naar het WK gaat, is helemaal niet erg. Wij hebben Hermine Deurloo. Zij heeft de Deltahoogte voor mondharmonica uitgevonden. Door het kippenvel dat zij te weeg brengt, is het niet langer noodzakelijk de dijken te verhogen. Klimaatsceptici zeggen dat de stijging van de zeespiegel haar schuld is, maar het zijn zoute tranen die wij huilen als zij speelt. Tranen die het soortelijk gewicht van het nat van de smeltende poolkappen compenseren. Hermine Deurloo is klimaatneutraal voor hen die niets met muziek hebben. Haar fans stoppen met het eten van vlees en rijden geen auto meer. Naar Hermine luisteren is de uiteindelijke de zin van het bestaan.  Maar zij ziet mij niet. Voor haar ben ik ook een soort en bovendien embouchureloze Ernie Watts. 

Ernie heeft een schnabbel in Parijs met de grote zanger uit Chicago, Kurt Elling. In de New Morning, een respectabele jazzclub ter hoogte van de Sacré-Coeur. De fenomenale Laurence Hobgood speelt piano, Harish Raghaven triplex contrabas en Otis Brown drums. Ernie heeft niet gegeten, want het lukte hem niet de aandacht te trekken van het bedienend personeel. Hij vroeg zich ook af hoe je chateaubriand moet uitspreken en waar de toiletten in het gerenommeerde restaurant zich zouden bevinden. Hommes en Femmes had hij gezien, maar hij durfde de gok niet te wagen. Ernie zette het op een lopen. Hij frommelde een tien dollar biljet in de handen van de portier met het verzoek hem te vertellen waar de New Morning huisde, maar de stoepkelner van Chez Jeanette keek dwars door hem heen. Ernie Watts wasn’t there. Hij had het geluk een taxistaanplaats te vinden. Een taxi aanhouden was hem in al die jaren nog nooit gelukt. De chauffeur bracht 57 euro in rekening voor het ritje naar de club, die twee straten verder lag in de Rue des Petites Ecuries.  Ernie stond een tijd te twijfelen voor Wan Li, een Aziatisch restaurant tegenover de New Morning, tot Kurt Elling himself hem naar binnen riep.

Hermine Deurloo daalt de fameuze trap van het Koninklijk Concertgebouw af. Gekleed in een kort, rood jurkje dat haar benen goed doet uitkomen speelt zij met het Metropole Orkest een medley van de meest bekende nummers van haar grote inspirator Jean Baptiste ‘Toots’ Thielemans, die kort daarvoor op 94-jarige leeftijd was overleden. Na Midnight Cowboy heeft vrijwel de hele zaal natte ogen door haar uitvoering van Dat Rooie Mistige Beest uit Turks Fruit. Circle of Smile, beter bekend als de lichtvoetige melodie van de televisieserie Baantjer, gaf het publiek weer wat adem. Het zijn een paar tonen, maar haar versie van het thema van Once upon a time in the West ging door merg en been. De oorspronkelijke titel zou door Ennio Morricone hoogstpersoonlijk omgedoopt moeten worden in Woman with a Harmonica in plaats van Man with a Harmonica. Eigenlijk moet alles na een optreden van Hermine Deurloo omgedoopt worden. Zo zou goud voortaan Hermine moeten heten en de Nobelprijs een Deurloo.
 
De New Morning is afgeladen. Kurt Elling laat het beste van zich horen. Vooral de interactie met Laurence Hobgood brengt de toeschouwers in vervoering. Het publiek is helemaal opgewarmd als Ernie Watts het podium opkomt. Aanvankelijk ziet niemand hem. Zittend op een barkruk, links van de drummer, wacht Ernie op zijn beurt. Het is 10 november 2009, vijf voor half elf. De band zet Golden Lady in, een nummer van Stevie Wonder dat in een nieuw jasje is gestoken. Ernie staat op en bladert door de bladmuziek. Hij blaast, kort nadat Kurt is ingevallen, het intro mee. Kurt begint met het eerste couplet. Ernie zet zijn bril recht en kijkt in de zaal. Iedereen weet nu wie hij is. Hij is Ernie Watts. De saxofonist van Marvin Gaye, van Gino Vannelli, van Charlie Haden, van Paul Anka, van Bobby Hutcherson, van Donald Byrd, van Frank Zappa, van The Rolling Stones. Van wie niet? En wat een geweldige, gloedvolle toon heeft hij! Ernie geeft met zijn spel het refrein van Golden Lady een totaal nieuwe dynamiek. De zaal veert op. Na het eerste refrein laat hij zijn rechterarm nonchalant naast zijn lichaam hangen. Hij zet vervolgens zijn bril weer recht op zijn neus en Kurt begint aan het tweede couplet.

In het begin van de jaren negentig verruilde Hermine Deurloo de altsaxofoon voor de drie octaven van de chromatische mondharmonica. ‘De wereld mag haar daarvoor dankbaar zijn,’ schreef Rudie Kagie in het maandblad Vrij Nederland. Haar uitstapje naar het Willem Breuker Kollektief had gelukkig geen invloed op haar spel. Zij is wars van muzikale ongein en politieke statements. Alleen de muziek telt. Breuker gooide haar wel in het diepe. De platen van Charles Mingus en Dave Brubeck waren haar eerste kennismaking met de jazz. Het ruige spel van Mingus en de klank van Paul Desmond fascineerden haar. Maar de sax verveelde.  In 1994 kocht zij bij Hampe, de oudste muziekinstrumenten winkel van Nederland, een mondharmonica. Drie jaar later was zij klaar voor het grote werk. Zij ontwikkelde haar eigen klankkleur, ondanks het feit dat iedereen altijd aan Toots Thielemans refereert. Hermine kan de wereld aan. Eigenlijk is zij nu pas begonnen. Op mondharmonica is zij autodidact. Volgens haar arts gaat dat vanzelf over.

Bij het tweede refrein is Ernie er weer. Hij maakt een aanvang met zijn lancering door lyrische, korte frases te spelen die een opmaat zijn voor een, naar later zou blijken, legendarische solo. In het eerste deel parafeert hij de song van Steve Wonder. Hij rondt het stuk af met een triller op een flageolet, markant genoeg door het bovenste klepje van zijn sax met zijn rechterhand te trembleren. Nog nooit gezien. Uit het publiek klinken verrukte kreten. Ernie is los. Zijn solo staat nu geheel op zichzelf. Zonder de melodie uit het oog te verliezen trekt hij alle registers open. Als Kurt weer inzet, gaat Ernie door met zijn unieke improvisatie. In het muzikale vraag- en antwoordspel neemt hij het initiatief. Kurt kan niets anders dan hem volgen. Hij zingt uit zijn tenen, bijna boven zijn toch al grote bereik. Als Ernie mee beweegt met de ritmische patronen lijkt het erop alsof hij zijn saxofoon neukt. Hij zweept de zanger op. Ernie en Kurt spelen elkaar naar een absoluut hoogtepunt. Het publiek is in extase. Hier wordt jazzgeschiedenis geschreven! De climax luidt tevens het einde in van de sensationele battle. Laurence Hobgood speelt het slotakkoord. Kurt en Ernie lachen liefdevol naar elkaar. Zij zijn net klaargekomen. Het publiek is verbijsterd en Ernie zet zijn bril weer recht op zijn neus. De bijna onzichtbare registeraccountant groeide even uit tot een onverbiddelijk podiumbeest.

 
   
  Parel van de Oude Binnenweg
van: - 29-07-2014 19:07
 
 
Muurschildering van Louis de Vries door Peter Pontiac. Parel van de Oude Binnenweg.
 
Groot werk van Peter Pontiac onthuld aan de Oude Binnenweg
 
Op 31 augustus 2014 wordt om 16:00 uur aan de Oude Binnenweg in Rotterdam een grote muurschildering, gemaakt door Peter Pontiac, onthuld. Het betreft een portret van trompettist Louis de Vries, onderdeel van Rotterdam Jazz Artists Memorial (R’Jam). Deelnemers o.a. Willem de Ridder en Michael Varekamp. Robert van der Kroft draait vanaf 17:00 plaatjes in café Timmer.
 
Rotterdam Jazz Route
Sinds 2013 verschijnen op de Oude Binnenweg regelmatig portretten van Rotterdamse jazz muzikanten. Samen vormen ze een ‘jazzy’ route over de meest Rotterdamse straat. Het nieuwe en omvangrijke portret door Peter Pontiac is het zevende in de reeks. Na Pontiac zullen er nog meer werken van bekende overleden Rotterdamse Jazz musici verschijnen op deze jazz- en striproute.

De route is een door bekende striptekenaars en illustratoren getekende portrettengalerij verspreid over de Oude Binnenweg en de aangrenzende zijstraten. In de serie van zes emaillen borden tref je werk aan van Theo van den Boogaard (drummer Dick Rijnooy), Robert van der Kroft (saxofonist Piet le Blanc), Jan Kruis (pianist Rob Franken), Martin Valkhoff (multi-instrumentalist Jaap Valkhoff), Louise Lagerweij (drummer Tony Viola) en Wouter Tulp (violist en orkestleider David de Groot).

Met het nieuwe werk van Peter Pontiac krijgt de jazz- en striproute een gezichtsbepalende toevoeging, namelijk een muurschildering van 5,5 bij 5,5 meter op de hoek van de Oude Binnenweg/ Eendrachtsplein. Na de schildering van Peter Pontiac volgen werken van o.a. Dick Matena (saxofonist Piet Noordijk), Martin Lodewijk (pianist Nico de Rooy), Lorenzo de Bruin (zangeres Mitsey Smeekens), Joost Swarte (saxofonist Meijer Wery) en Wilbert Plijnaar (zangeres Rita Reys).
 
Peter Pontiac
Peter Pontiac (geboren als Peter J.G. Pollmann in 1951) is illustrator en striptekenaar. Hij tekent undergroundstrips, posters en platenhoezen en publiceerde regelmatig in Aloha, Tante Leny presenteert!, RFP illustraties, Modern Papier, Gummi, El-Vibora, Anarchy comics, OOR, NRC Handelsblad en de Volkskrant. In de jaren negentig werd in de reeks Pontiac Review al zijn werk heruitgegeven. Pontiacs' tekeningen zijn geïnspireerd op underground comics in het algemeen en het werk van Robert Crumb in het bijzonder. Zijn stijl wordt vergeleken met die van Jacques Tardi en Art Spiegelman. Pontiac is de huiskunstenaar van stripwinkel en expositieruimte Lambiek.
 
Louis de Vries
De wereldvermaarde trompettist Louis de Vries (6 januari 1905) was de oudste zoon van de amateurtrompettist Arend de Vries, die in zijn vrije tijd het fanfareorkest Excelsior en de Rotterdamse Brandweer Harmonie dirigeerde en zijn kinderen Louis, Jack, Izaak en Clara trompet- en muziekles gaf. Zij zouden uitgroeien tot de belangrijkste Nederlandse jazzmusici van hun tijd. Louis de Vries was de eerste Nederlandse jazzsolist waarvan in de Verenigde Staten een plaat werd uitgebracht.
 
    ‘Vrijwel alle groten in de toenmalige showbusiness wisten van zijn bestaan en bij bezoeken van        
    beroemde buitenlandse artiesten was hij vrijwel altijd prominent aanwezig. Sophie Tucker, de    
    Boswell Sisters, Cab Calloway, kortom alle vedetten van die tijd, van Richard Tauber tot Louis
    Armstrong kenden Louis de Vries.’
 
De Vries’ eerste vaste engagement was in oktober 1921 bij het bioscooporkest van Max Tak. Hij toerde daarna geregeld met grote buitenlandse orkesten, zoals die van Oscar Logan, Edgar Adler en Kai Ewans. Pas in 1931 startte hij zijn eigen ensemble. In 1933 completeerde hij de band van zijn broer Jack, The Internationals. De gehele maand november 1934 speelden The Internationals in het Grand Café Sihlporte in Zürich. Op 30 november 1934 vereerde Louis Armstrong de gebroeders De Vries met een bezoek. Volgens Jack de Vries was Louis Armstrong zó onder de indruk van De Vries’ spel dat hij hem betitelde als ‘Louis de Vries de eerste’ en niet ‘Louis Armstrong de tweede’, zoals de Rotterdammer vaak werd genoemd.
 
Armstrong schreef aan de gebroeders de Vries dat zij het beste orkest hadden dat hij ooit in Europa had gehoord. Begin januari 1935 kwam zelfs de tenorsaxofonist Coleman Hawkins de band versterken. Louis de Vries vertrok in februari 1935 naar Engeland voor opnames met Valaida Snow en het orkest van Bert Ambrose. In de zomer van 1935 speelde Louis in het orkest The Jumping Jacks van zijn stadgenoot Arie Maasland, later bekend als Malando. Kort nadat Louis de Vries een contract had getekend voor een anderhalf jaar durende tournee door de Verenigde Staten met het fameuze Paramount Orkest raakte hij op 31 augustus 1935 levensgevaarlijk gewond bij een verkeersongeluk in Hattemerbroek. Een aantal dagen later overleed hij in het R.K. Ziekenhuis in Zwolle op 5 september 1935. Het magazine ‘De Jazzwereld’ sprak van een onherstelbaar verlies. De familie De Vries zou van verder onheil niet gespaard blijven.
 
   
  North Sea 2014
van: - 14-07-2014 14:02
 
 
 Grote zwarte markt voor de vrijdagkaartjes
 
Vrijdag 11 juli 2014

Glasper & Metropole: Supergladde arrangementen voor knetterstoonde Bilal

Galactic: Verstieren optreden met foute covers

Bootsy Collins: Publieksparticipatiemaatschappij

Tom Harrell: Indrukwekkende sound inclusief sterke composities

Mavis Staples: Rijp voor het zorgcentrum

Sheila E: Spectaculaire opening en dat was het

Paloma Faith: Bühnepersoonlijkheid nog te weinig doorleefd

Robin Thicke: Verrassend goed optreden van gedreven artiest

Walter Wolfman: Dansbare feestblues met strakke blazers

Booker T Jones: Ondergesneeuwd door

Pharrell Williams: hitmachine die niet kan zingen
 
Opm: Dames nu ook op herentoilet.
 
Extatisch publiek bij Pharrell Williams

 

Zaterdag 12 juli 2014
Trontheim Jazz Orchestra: sterke tenorsax van Hanna Paulsberg

Snarky Puppy: Hoog niveau met een paar dipjes

Alain Clark: EO landdag

McBride Bigband: Groot Rotterdam gehalte

Lalah Hathaway: Valt niet bij iedereen in de smaak

Gerard Ekdom: Kan beter

Sun Ra Arkestra: Trieste band in feestverpakking

Ibrahim Maalouf: Trompetorgie

Stevie Wonder: Slecht bij stem

Kenny Garrett: Jazz met hoofdletter
 
Opm: Tegenstrijdige instructies voor de beveiligers. Je mocht de Tigris niet in, maar ook niet uit.
 
Sterk staaltje crowdcontrol

 

Zondag 13 juli 2014
Kim Hoorweg & Shirma Rouse: Lenen hun diensten aan amateurbigband

Darcy James: Caleidoscopische mix te veel voor festivalpubliek

Charles Bradley: Gaat erg diep.

Sharon Jones: Zingt of haar leven er vanaf hangt

Giel: Sterke set met Jett

Naked Wolf: Gedegen impro

Liv Warfield: Misdadig geluidsvolume

Outkast: Pittige hiphop nog steeds actueel

Takuya Kuroda: Waardige afsluiter in veel te kleine zaal
 
Opm: Rotterdamse hotdogs groot succes
 
Kuroda te groot voor kleinste zaal
 
   
  North Sea update
van: - 25-03-2014 17:08
 
 

Vrijdag 11 juli

 Pharrell Williams, Robin Thicke, Mavis Staples, Tedeschi Trucks Band, Gregory Porter, Mehliana featuring Brad Mehldau & Mark Guiliana, Tom Harrell, Paloma Faith, John Scofield, Joshua Redman Quartet with Metropole Orkest Strings, Robert Glasper Experiment with Metropole Orkest with Ledisi and Meshell Ndegeocello, Booker T Jones

 

 
Zaterdag 12 juli
 Stevie Wonder, The Isley Brothers, Al Jarreau, Joss Stone, Quincy Jones Presents Nikki Yanofsky, Alfredo Rodriguez Trio & Andreas Varady, Martial Solal Trio, Snarky Puppy, Children of the Light Trio, Ibrahim Maalouf, The Cat Empire, Sons of Kemet, Kenny Garrett Quartet, Dirty Loops, The Metropole Orkest Big Band plays Quincy Jones, Benjamin Clementine
 
Zondag 13 juli

 Outkast, CHIC featuring Nile Rodgers, Daryl Hall & John Oates, Darcy James, Darkside, Sharon Jones & the Dap-Kings,  Charles Bradley, Antibalas, The Sugarman 3, Oscar D'Leon, Dave Holland, Kevin Eubanks, Craig Taborn and Eric Harland, Buika, Electro Deluxe, Allen Stone, Neneh Cherry

 
   
  De nacht wacht
van: - 24-03-2014 16:53