ZE
ZEG, HIJ ZEG
door Hans Zirkzee
Dorp aan de rivier
Op zaterdagavond is het culturele leven in onze stad van
het niveau Stampersgat of Eikelveen in de Polder, om maar
eens een paar metropolen te noemen. Waar kun je nou in vredesnaam
op zaterdagavond in Rotterdam een behoorlijk bandje zien?
Af en toe is er wat in het Blaakse Bos of in 'de Vlerk',
maar dan heb je het ook wel gehad in Wereldhavenstad nummer één.
Er is in het dorp aan de rivier geen normale jazzclub te
vinden en met vier concertjes in de maand is het vet gesubsidieerde
Popular meer een geldverslindende vriendenkliek van de Rotterdamse
Kunststichting dan een fulltime jazzcentrum. Jammen is helemaal
godsonmogelijk in onze zogenaamde werkstad. Alleen 'de Twijfelaar'
heeft sessions op donderdag, maar met die tent gaat het nou
niet echt lekker. Jarenlang was dit podium toonaangevend
in onze stad. Er waren periodes met zelfs vijf concerten
per week. De laatste tijd zit daar stevig de klad in. Vanwege
de hoge huur en de belastingdruk is er geen levende muziek
meer in het weekend. Er staat wel een stervensgoeie DJ, Selwin.
Dat is een stuk goedkoper. Hij draait zoals ik het graag
hoor, bijvoorbeeld: gitaarsolo's met één vinger,
Miles Davis' naaldenperiode, herrie van en voor geesteszieken,
ejaculatiesolo's in het algemeen, Klaverskribo, Joh. de Heer-
en een Stef Meedercursus, foute opnames en meezingers, Kraut-
en Pubrock, hippe Pornojazz, Horst Jankowski, Bert Kaempfert,
muziek voor mensen met lang haar, Genante Muziek (de diepste
dalen en bekentenissen van heimelijke gevoelens), muziek
voor onder de douche, shitmuziek uit de jaren zestig, musici
met een bril, neusfluiten en natte handdoeken, vreemde instrumenten
zoals de Bermuda triangle, volksmuziek, maar niet te volks,
mislukte gitaarsolo's of dát kan ik ook. Het swingt
de pan uit en menigeen gaat dwars door de keuken op ruige
Jungle en andere oerwoudgeluiden. Maar live music is daar
niet meer te horen. De exploitanten van 'de Twijfelaar' liggen
overhoop met de huisbaas, die het pand op zijn beurt huurt
van het OBR en twee maal zoveel huur vraagt aan het hardwerkende
koppel (lees de MIB van juni).
De 'Twijfelaar Support Company' is daarom een handtekeningen-
en kaartenactie begonnen voor het behoud van dit podium.
Kunstwethouder Kombrink is gevraagd een onderzoek te doen
naar de gang van zaken en de RKS wordt benaderd met een subsidieverzoek.
Uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat ze er wel uitkomen.
Beide partijen willen water bij de wijn doen, maar horecatechnisch
gezien lijkt me dat niet echt handig. De huur moet gewoon
omlaag en de Rotterdamse Kunststichting kan na al die jaren
weleens met een zak geld over de brug komen. In het verleden
werd een subsidieverzoek afgewezen met het argument dat er
teveel Popmuziek was geprogrammeerd Een jaar later kreeg
de Twijfelaar te horen dat er teveel Jazz op het programma
stond. Met dit soort ongein moet de RKS maar eens ophouden
en dit goed geoutilleerde podium zodanig ondersteunen dat
ik elke zaterdag naar een lekker bandje kan gaan kijken.
Eind november bestaat 'de Twijfelaar' vijfentwintig jaar.
Dat wordt gevierd met een reünie waarvoor iedereen,
die ooit iets met dit podium te maken heeft gehad, is uitgenodigd.
Of de voormalige uitbater, Wil Noorloos, ook van de partij
zal zijn is onduidelijk, want hij opent zeer binnenkort zijn
nieuwe tent 'Willens en Wetens' op de Binnenweg. Het wordt
een hete winter. |