KRINGRITMES

In het eerste deel van de cursus begin ik de lessen met ritme oefeningen. De leerlingen zitten in een kring. Elke leerling ontvangt een set echte drumsticks. Als je ze tegen elkaar slaat maakt dat een leuk geluid. Na de uitleg over de eenvoudigste greep slaat de docent één tik met de stokjes. De leerling rechts van de docent herhaalt de tik, dan de tweede leerling et cetera. De docent speelt vervolgens twee tellen, drie tellen et cetera. Afwisselend gaat de reactie links of rechtsom, want de laatste leerling heeft het meeste kunnen luisteren.

De grotere getallen zijn moeilijk na te spelen. Het is ook lastig een complexer ritmisch patroon te onthouden. Door er een spel van te maken blijft de oefening leuk. Als je het fout naspeelt, ben je af en moet je de stokjes onder de stoel leggen. Ook als je voor je beurt speelt. De muzikanten moeten goed naar elkaar luisteren om de steeds moeilijker patronen na te spelen. Uiteindelijk blijft de winnaar over en begint de nieuwe ronde. Nu in omgekeerde richting.

Een spelletje op de hi-hat laat zien hoe het met de links-rechtscoördinatie van de leerling is gesteld. Het instrument staat in het midden van de kring. Na de uitleg over de functie en de bediening daagt de docent de leerling uit door te zeggen dat hij niet tot vier kan tellen. De leerling moet met twee handen naspelen op de hi-hat: 1 2 3 4, 1 2 3 4, waarbij de ‘drie’ gespeeld wordt met de linkerhand. Het probleem wordt duidelijk bij het herhalen van dit R-R-L-R-patroon.

Om de (ritmische) structuur van de muziek duidelijk te maken leren de leerlingen maten tellen. Het eerste cijfer is het nummer van de maat, dus een-twee-drie-vier, twee-twee-drie-vier, drie-twee-drie-vier, vier-twee-drie-vier, etc. De leerlingen tikken de tel met de drumsticks en spreken het nummer van de maat hardop uit. Geef iedereen de tijd en ruimte om dit te leren en goed uit te spreken. Deze oefening is essentieel voor het muzikale denken.